Wet arbeidsmarkt in balans (WAB), hoe zit dat?
De Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) is in aantocht. Deze wet
moet vast personeel aantrekkelijker maken. Het ontslagrecht wordt aangepast, de
ketenregeling, de WW-premie en nog een paar zaken. Alles op een rij.
Nog geen drie jaar na de invoering van de Wet werk en zekerheid (WWZ) lanceerde
het kabinet plannen voor alweer een nieuwe wet, die de arbeidsmarkt nog beter
moet reguleren. Of liever gezegd moet repareren, want uit onderzoek blijkt dat
de WWZ niet goed werkt.
Doel van de WWZ was het verkleinen van de kloof tussen de ‘vast’ en ‘flex’
werkers. Het lijkt erop dat dit niet is gelukt: die kloof is juist groter
geworden. Daarom komt het kabinet nu met de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) en
hoopt Minister Wouter Koolmees dat dat werkgevers naar aanleiding van zijn
maatregelen vaker arbeidscontracten voor onbepaalde tijd aan zullen gaan.
De minister maakte eind 2018 afspraken tussen werkgevers en werknemers ten aanzien van de ziekte- en arbeidsongeschiktheidsregelingen. Voor de ziekteregelingen geldt momenteel dat de stapeling van risico’s werkgevers afschrikken om ze meer zekerheid te bieden. Dit leidt ertoe dat steeds meer werknemers, vooral jongeren, flexwerk (moeten) doen. De Wab moet deze risico’s en kosten verkleinen zonder dat de bescherming van werknemers wordt aangetast. Het grootste deel van de Wet arbeidsmarkt in balans gaat in per 1 januari 2020.
WAB-checklist voor werkgevers: wat u voor 1 januari moet doen
Vanaf 1 januari 2020 veranderen de regels in het arbeidsrecht en
socialezekerheidsrecht. Bereid u als werkgever voor en kijk waar u nog voor 1
januari actie op moet ondernemen.
Maatregelen uit de WAB
De invoering van de WAB brengt op 1 januari 2020 de volgende veranderingen met zich mee:
Vast contract: lage WW-premie, flexcontract: hoge WW-premie
Het wordt voor werkgevers aantrekkelijker om werknemers een vast
contract te geven. Werkgevers betalen vanaf 2020 een lagere WW-premie
voor werknemers met een vast contract dan voor werknemers met een
flexibel contract. De sectorpremie vervalt vanaf dat moment.
Nieuwe mogelijkheid voor ontslag: cumulatiegrond
Er wordt een nieuwe ontslaggrond geïntroduceerd: de cumulatiegrond.
Ontslag wordt ook mogelijk wanneer omstandigheden uit de verschillende
ontslaggronden die via de kantonrechter lopen samen een redelijke grond
voor ontslag opleveren. Bij ontslag op basis van de cumulatiegrond kan
de rechter een extra vergoeding toekennen aan de werknemer.
Transitievergoeding vanaf 1e werkdag
Er wordt een nieuwe ontslaggrond geïntroduceerd: de cumulatiegrond.
Ontslag wordt ook mogelijk wanneer omstandigheden uit de verschillende
ontslaggronden die via de kantonrechter lopen samen een redelijke grond
voor ontslag opleveren. Bij ontslag op basis van de cumulatiegrond kan
de rechter een extra vergoeding toekennen aan de werknemer.
Transitievergoeding vanaf 1e werkdag
De werknemer heeft recht op de transitievergoeding bij ontslag vanaf de
eerste werkdag. Ook de berekening van de transitievergoeding verandert.
Ketenregeling: 3 tijdelijke contracten in maximaal 3 jaar
Vanaf 2020 kunnen werkgever en werknemer 3 tijdelijke contracten in
maximaal 3 jaar aangaan. Het volgende contract is dan automatisch een
vast contract. Tot en met 31 december 2019 is het mogelijk om 3
tijdelijke contracten in maximaal 2 jaar aan te gaan. Ook kan de
tussenpoos (tijd tussen contracten) bij cao worden verkort tot 3 maanden
bij tijdelijk terugkerend werk (niet beperkt tot seizoensarbeid) dat
maximaal 9 maanden per jaar kan worden gedaan. Tevens wordt vanaf 2020
in de wet een uitzondering opgenomen dat invalkrachten in het
basisonderwijs op tijdelijke basis kunnen blijven invallen voor zieke
leerkrachten. Dit hoeft niet meer in de cao te staan.
Payrollwerknemer: gelijke rechtspositie en arbeidsvoorwaarden
Werknemers die vanaf 2020 een payrollcontract krijgen, krijgen minimaal
dezelfde arbeidsvoorwaarden en dezelfde rechtspositie als werknemers die in
dienst zijn van het bedrijf. Vanaf 2021 krijgen payrollkrachten recht op een
goede pensioenregeling.
Oproepwerknemers: minimale oproeptermijn en aanbod voor vaste uren na
twaalf maanden
Vanaf 2020 moeten werkgevers oproepkrachten minstens 4 dagen van te voren
oproepen voor werk. Als de werkgever een oproep binnen 4 dagen afzegt, heeft de
oproepwerknemer recht op loon over de uren waarop hij was opgeroepen. Na 12
maanden moet de werkgever een nieuw contract aanbieden met een vast aantal
uren.